Inleiding
De voorbeelden in de vorige artikelen waren steeds gebaseerd op de gemeentekaart van Nederland. In dit artikel wordt gedemonstreerd hoe met QGIS van deze kaart een provinciekaart kan worden gemaakt. Die nieuwe kaart wordt in volgende artikelen gebruikt om andere technieken te demonstreren.
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van een eigen uitbreiding van de shapefile met gemeenten. Aan de originele shapefile van het CBS zijn verschillende gebiedsindelingen toegevoegd. Hoe je dat zelf zou kunnen doen is weer een verhaal op zich.
Nieuwe shapefile met samengevoegde gebieden
Het maken van een nieuwe shapefile met samengevoegde gebieden is in QGIS zeer eenvoudig. Start een nieuw project en voeg de shapefile met gemeenten toe als eerste laag en zorg dat deze in zijn geheel zichtbaar is (zie het artikel Vectorlaag toevoegen). Hier wordt verondersteld dat je daar zelf een extra kolom aan hebt toegevoegd met een provincienummer (volg daarbij de nummering die het CBS in zijn statistieken gebruikt).
De optie om gebieden samen te voegen is in het menu te vinden via ‘Vector / Geoprocessing tools / Dissolve’. Omdat het project nog maar één laag bevat, is waarschijnlijk de juiste inputlaag al geselecteerd. De optie ‘Use only selected feature’ gebruik je alleen als je maar een deel van de gemeenten in de samenvoeging wilt betrekken. Om een landsdekkende provinciekaart te krijgen moet deze optie uitgeschakeld blijven. Bij ‘Dissolve field’ moet de kolom met de provinciecode worden geselecteerd. Geef tenslotte naam en pad van de nieuwe shapefile op en klik op ‘OK’.
Het dialoogvenster Dissolve
Na afloop van de samenvoeging wordt gevraagd of de nieuwe laag aan de TOC (‘table of content’) moet worden toegevoegd. Beantwoord deze vraag bevestigend en sluit het dialoogvenster. De nieuwe laag is nu toegevoegd, maar wordt pas zichtbaar nadat je deze hebt aangevinkt.
Overbodige kolommen verwijderen
Als de oorspronkelijke shapefile extra gegevens per gemeente bevatten, worden die helaas door de dissolve-functie niet geaggregeerd naar provincies. Als de gegevenstabel van de nieuwe laag wordt geopend, zijn wel allerlei data te zien, maar dat zijn data van willekeurige gemeenten, geen opgetelde gegevens per provincie. Het is aan te raden om alle overtollige kolommen te verwijderen, omdat die alleen maar tot verwarring leiden. Zorg wel dat in ieder geval de kolom met provinciecodes behouden blijft. Die kun je nodig hebben om nieuwe data aan de provinciekaart te koppelen.
Het verwijderen van kolommen is standaard voor de meeste bestandsformaten nog niet mogelijk in QGIS. Er is wel een plugin ‘Tabel managers’ waarmee dit eenvoudig kan. Via het Plugin-menu en ‘Fetch plugins …’ kun je deze plugin zelf installeren. Mogelijk moet je deze nog wel even activeren via ‘Manage plugins …’ in hetzelfde menu.
Twee lagen zichtbaar maken
De gemeentekaart is nu helemaal afgedekt. Om een nieuwe kaartlaag te controleren is het vaak handig als je beide lagen kunt zien. Dat is te realiseren door de laageigenschappen te openen (dubbelklikken) en op het tabblad ‘Style’ het uiterlijk van de kaart aan te passen. In het beginscherm zijn hiervoor maar beperkte opties aanwezig. Je kunt deze laag wel transparant maken, maar dat levert niets op, omdat beide lagen dezelfde kleur gebruiken voor hun gebiedsgrenzen. Klik daarom meteen op de knop ‘Change …’ met een steeksleutel als icoon die links onder de ‘preview’ van het huidige uiterlijk staat. Verwar deze knop niet met een andere knop in hetzelfde venster die een veel beperktere functie heeft. Stel de vulstijl in op ‘No Brush’, om te zorgen dat de gebieden niet worden gevuld en kies een kleur en dikte voor de grenzen die goed contrasteert met die van de onderste laag.
Het dialoogvenster Symbol properties
Na alles te bevestigen wordt het resultaat zichtbaar. Ben je niet tevreden, dan kun je de stappen hierboven herhalen. Verder is het wellicht wenselijk om kleuren van de onderliggende gemeentelaag aan te passen. Selecteer dan eerst die laag en ga opnieuw naar het tabblad ‘Style’ van de ‘Layer properties’.
Kaart met provincie- en gemeentegrenzen
Extra opties
Labels weergeven
Bij het controleren van de nieuwe kaart kan ook gebruik worden gemaakt van labels voor beide kaartlagen. Dat wordt hier niet in detail uitgelegd. Wel wil ik erop wijzen dat hiervoor twee opties zijn die een verschillend resultaat geven. Meestal is de optie ‘Labeling’ in het File-menu de beste keuze. Elke gebied krijgt nu maar één label, ook als het uit meerdere losse onderdelen bestaat. Labels toevoegen kan ook via het dialoogvenster ‘Layer properties’. Dan krijgen echter alle onderdelen van een gebied een label. Verder is het aan te raden om de weergave van labels schaalafhankelijk te maken en voor verschillende lagen verschillende lettergroottes en letterkleuren te gebruiken.
Kaart inkleuren
De nieuwe provinciekaart kan ook worden ingekleurd, zoals uitgelegd in een eerder artikel (Gebieden inkleuren), maar nu met een afzonderlijke kleur voor elke provincie). Als ook de gemeentegrenzen zichtbaar moeten blijven, moet de provincielaag transparant worden gemaakt.
Opslaan
Wil je de instellingen van deze kaart voor later bewaren, bewaar het project dan onder een nieuwe naam.
De kaart kan ook als afbeelding worden opgeslagen via het File-menu (‘Afbeelding opslaan …’). Dat kan in verschillende bestandsformaten. De keuze hiertussen is een afweging tussen ruimtebeslag en kwaliteit. Opslaan in bitmap-formaat (BMP) levert geen kwaliteitsverlies, maar kost veel ruimte. Opslaan in JPG-formaat bespaart veel ruimte, maar de compressie levert kwaliteitsverlies op (kleuren niet zuiver, punten en lijnen niet scherp). Een goede tussenoplossing is het PNG-formaat: er vindt wel compressie plaats, maar zonder kwaliteitsverlies.
20-7-2011